Bij rood licht therapie verwijst een "chip" in een LED naar de lichtbron die in het kleine LED-lampje zit. Fabrikanten gebruiken soms 1-chip of 2-chip LEDs, afhankelijk van het gewenste effect of de technische opbouw van het paneel.
1-chip LED’s
Deze LED’s bevatten één lichtbron per diode – bijvoorbeeld alleen rode lichtgolven van 660 nm of alleen nabij-infrarood van 850 nm.
- Voordeel: eenvoudiger en goedkoper te produceren.
- Nadeel: je hebt dan twee verschillende LED’s nodig (bijv. 50% rode LEDs en 50% NIR LEDs) om meerdere golflengtes te combineren. Hierdoor kan de verdeling op de huid minder egaal zijn.
2-chip LED’s
Deze LED’s bevatten twee lichtbronnen in één diode – meestal een rode én een nabij-infrarode chip in hetzelfde punt.
- Voordeel: elke LED straalt beide golflengtes uit, wat zorgt voor een uniforme spreiding van het licht.
- Nadeel: iets duurder in productie, en iets complexer om aan te sturen (afhankelijk van je systeem).
Waarom gebruiken fabrikanten beide types?
Sommige fabrikanten combineren beide types om kosten te besparen of omdat ze een bepaalde lichtverdeling willen. Bijvoorbeeld:
- Een paneel met 50% 1-chip rode LEDs en 50% 1-chip NIR LEDs = eenvoudige verdeling, maar je moet goed recht voor het paneel zitten om beide goed te ontvangen.
- Een paneel met 2-chip LEDs geeft een veel meer gebalanceerde behandeling, omdat elke LED beide soorten licht uitzendt.
Wat is beter?
Beide systemen kunnen goed werken, maar 2-chip LEDs geven vaak een betere gebruikerservaring, vooral als je:
- Een egale verdeling van lichtgolven wil over het hele lichaam
- Minder afhankelijk wil zijn van je positie voor het paneel
- Meerdere golflengtes tegelijk op één specifieke zone wil gebruiken